jeuïg

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jeuïg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jeuïg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jeuïg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jeuïg is hier. De definitie van het woord jeuïg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjeuïg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeu·ig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  jeu zn  met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen jeuïg jeuïger jeuïgst
verbogen jeuïge jeuïgere jeuïgste
partitief jeuïgs jeuïgers -

Bijvoeglijk naamwoord

jeuïg

  1. (informeel) plezierig en uitnodigend door vorm en samenstelling
    • Het is wel te begrijpen waarom mannen een hekel hebben aan het toetsenbord, dat hun kil, weinig representatief en traag voorkomt - er zo'n hekel aan hebben dat ze misschien daarom iets hebben bedacht dat beter aansluit bij hun sterke kanten. Wellicht doet het ook weinig jeuïg aan, te veel als regelrecht werken. 
    • Het is onderdeel van zijn ondermijnende stijl, die hij gretig en met een baaierd aan jeuïge synoniemen en antoniemen beschrijft. "Ik houd van toeval, van serendipity, van willekeur, van dierlijkheid, van bewegingen die naar binnen en naar buiten tuimelen. (…)" 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.

Verwijzingen