kieskauwen
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kieskauwen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kieskauwen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kieskauwen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kieskauwen is hier. De definitie van het woord kieskauwen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankieskauwen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: kieskauwen (hulp, bestand)
- kies·kau·wen
- afgeleid van kies of van kieskeurig [1]
kieskauwen [2]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| kieskauwen |
kieskauwde |
gekieskauwd |
| zwak -d | volledig | |
- met grote tegenzin langzaam iets eten
- Mooi beschreven zijn ook de telkens terugkerende burenruzies en de niet altijd gewenste dienstbaarheid van Beck aan zijn vriendin. Als zij zit te kieskauwen op een plak cake en een paar happen laat staan, komt hij meteen in actie: `Beck klopt de kruimels van haar schoot en legt ze op tafel. Hij wil haar mond schoonvegen, maar ze rukt hem de servet uit handen.'[3]
- Gebrek aan plezierige sfeer vult men niet met een afgehaalde gado-gado, waarop men ook kan kieskauwen. [4]
- met lange tanden eten
1. met grote tegenzin langzaam iets eten
- Het woord kieskauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kieskauwen" herkend door:
| 57 % | van de Nederlanders; |
| 61 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ kieskauwen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Janet Luis 13 juni 2003
- ↑ Volkskrant Rinus van Schendelen 26 april 2003
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
