Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kleindochter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kleindochter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kleindochter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kleindochter is hier. De definitie van het woord
kleindochter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kleindochter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘vrouwelijk kleinkind’ voor het eerst aangetroffen in 1760 [1]
- uit Frans petit-fille, samenstelling van klein en dochter
de kleindochter v
- (familie) een dochter van iemands kind, een vrouwelijk kleinkind
- ▸ Henny Huisman kwam er via verslaggevers van Shownieuws achter dat hij overgrootvader werd. Dat vertellen zijn kleindochter Emma (19, links op de foto) en haar vriend Maurits zondag in een YouTube-video.[2]
1. een dochter van iemands kind, een vrouwelijk kleinkind
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|