Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kloof. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kloof, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kloof in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kloof is hier. De definitie van het woord
kloof zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kloof, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘spleet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
de kloof v / m
- een ten gevolge van erosie, diep uitgesleten rivierdal, met steile wanden
- Voorzichtig lopen ze over het glibberige pad in de door een gletsjer uitgesneden kloof.
- ▸ Het was weer eens een lange, hete dag en ik stopte pas toen ik in een diepe kloof bij een kleine poel met stilstaand groen water aankwam waar het stikte van de muggen.[2]
- (figuurlijk) grote afstand, verschillen
- Hij sprak over de kloof tussen de politiek en de burger.
- Een groeiende kloof tussen winnaars en verliezers in de samenleving.
1. een ten gevolge van erosie, diep uitgesleten rivierdal, met steile wanden
kloof
- enkelvoud verleden tijd van klieven
- Ik kloof.
- Jij kloof.
- Hij, zij, het kloof. (verouderd)
kloof
- enkelvoud verleden tijd van kluiven
- Ik kloof.
- Jij kloof.
- Hij, zij, het kloof.
kloof
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloven
- gebiedende wijs van kloven
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloven
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|