klos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klos is hier. De definitie van het woord klos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • klos
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘spoel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1630 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klos klossen
verkleinwoord klosje klosjes

de klosv / m

  1. (techniek) spoel waaromheen een draad gewonden is
    • Heb je nog een klosje van deze rode draad? 
  2. (persoon) iemand die ergens flink nadeel van ondervindt, soort van slachtoffer
    • De milieubewuste automobilist is de klos. 
  3. (spel) (biljart) mislukte stoot doordat de speelbal op weg naar de derde bal nog eens tegen de tweede bal botst
    • De speelbal loopt voorop om een klos te vermijden. [2]
vervoeging van
klossen

klos

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klossen
    • Ik klos. 
  2. gebiedende wijs van klossen
    • Klos! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klossen
    • Klos je? 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]