koeken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koeken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koeken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koeken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koeken is hier. De definitie van het woord koeken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoeken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koe·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
koeken
koekte
gekoekt
zwak -t volledig

koeken

  1. ergatief tot een klont, een koek worden
    • Toen die geleverd werd bleek die zo aan elkaar gekoekt was dat het zout niet in de strooimolens kon. 

de koekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koek
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be