koelkast

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koelkast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koelkast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koelkast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koelkast is hier. De definitie van het woord koelkast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoelkast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koel·kast
  • In de betekenis van ‘kast waarin etenswaar koel gehouden wordt’ voor het eerst aangetroffen in 1938 [1]
  • samenstelling van  koel ww  en  kast 
enkelvoud meervoud
naamwoord koelkast koelkasten
verkleinwoord koelkastje koelkastjes

de koelkastv / m

  1. (elektronica) (huishouden) een huishoudelijk apparaat voorzien van een koelinstallatie, waarin men consumptiemiddelen kan plaatsen die koel moeten blijven
    • De meeste leveranciers kwamen aan huis: groenteman, slager en bakker. Dat was wel nodig, want een koelkast bezaten de meeste gezinnen nog niet.[2] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]