kranken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kranken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kranken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kranken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kranken is hier. De definitie van het woord kranken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankranken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kran·ken

de krankenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kranke
     Ieder uitgezocht of gekregen stuk laken, elke reep wollegoed wordt - zelfs uit meer brokken saamgeflanst - versneden en vernaaid tot sokken voor herstellende kranken.[1]

kranken

  1. genitief mannelijk  van kranke; (verouderd)
      Een raad
    Is 's kranken toeverlaat.
    [2]

kranken

  1. accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van krank (verouderd); tot 1946
      (…) zie, Iole voert haar wankelen, kranken broeder uit zijn graf het leven weêr in (…)[3]
  1. accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van krank (verouderd); tot 1935/46
      Voor mijnen arbeid ik kranken loon ontvange.[4]
  1. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2020 Weblink bron
    Virginie Loveling (ed. Bert Van Raemdonck)
    “In oorlogsnood.”, herziene editie DBNL (2007), p. 55 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2020 Weblink bron
    P.J. Harrebomée
    “Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal”, herdruk (1990; origineel: 1858), Verba, Hoevelaken, ISBN 90 7254 016 6, deel 1, p. 448
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2020 Weblink bron
    Louis Couperus, (eds. H.T.M. van Vliete.a.)
    “Herakles.” (1994), Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, ISBN 90 254 0793 5
  4. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2020 Weblink bron
    Anna Bijns (ed. Herman Pleij)
    't Is misselijk, waaromme dat ik dus trure (16e eeuw) in: 't Is al vrouwenwerk. Refreinen., 2e druk (1994), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, p. 103