langlaufen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord langlaufen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord langlaufen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je langlaufen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord langlaufen is hier. De definitie van het woord langlaufen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlanglaufen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Langlaufen op de Veluwe
  • lang·lau·fen
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘skilopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
langlaufen
langlaufte
gelanglauft
zwak -t volledig

langlaufen

  1. inergatief op latten door de sneeuw voortbewegen
    • Er wordt daar veel gelanglauft 
  2. ergatief op latten door de sneeuw ergens heengaan
    • Martin langlaufte langs het bos toen hij werd overvallen door een lawine. 

het langlaufeno

  1. (sport) wedstrijdsport waarbij de sporters zich voortbewegen op lange ski's
    • Langlaufen is een sport tijdens de Olympische winterspelen. 
     Ik weet waar jullie aan denken, jongens, zei hij. Sixten Jernberg heeft blijkbaar gewonnen en het is mooi dat we een gouden medaille bij het langlaufen hebben. Maar onthoud één ding, Sixten Jernberg is snel vergeten. Rome zal er altijd zijn.[2]
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]