Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
lego. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
lego, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
lego in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
lego is hier. De definitie van het woord
lego zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
lego, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Deens, in de betekenis van ‘kinderspeelgoed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1984 [1]
lego
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legoën
- gebiedende wijs van legoën
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legoën
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[2]
|
lego
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van legar