Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
leuterkous. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
leuterkous, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
leuterkous in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
leuterkous is hier. De definitie van het woord
leuterkous zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
leuterkous, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de leuterkous v / m
- (pejoratief) iemand die veel kletst
- Sterk is Franssen in zijn mummelende pogingen de vrede te bewaren. En hoewel het genieten is van Anneke Blok als de vet aangezette zuipende zus, en Blanken als onverbiddelijke leuterkous soms droogkomisch uit de hoek komt, is het Franssen die met zijn spel ook ontroering teweegbrengt. [3]
- Zij wordt… kwaad. „Ouwe leuterkous! Je meent er niks van. [4]
- ratelkous, snaterbek, wauwelaar, kletsmeier, kletsmajoor, ouwehoer, zwamneus, kletskous, leuteraar, praatjesmaker, klepkous, babbelaar
63 % |
van de Nederlanders;
|
75 % |
van de Vlamingen.[5]
|