Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
lijkbleek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
lijkbleek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
lijkbleek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
lijkbleek is hier. De definitie van het woord
lijkbleek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
lijkbleek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
lijkbleek [1]
- heel erg bleek, vaak doordat iemand heel erg geschrokken is
- Het is april 2014 voor de eerste keer raak op de Voslaan. Op een mistige morgen, rond half acht, ziet een postbode die de twee boerderijen aan het straatje wil bezoeken de rode Arriva-trein niet aankomen. Hij is op slag dood. De bewoners van de Voslaan - twee boerenfamilies - weten dan allang dat de overweg niet de veiligste is. De bezoekers die maar net ontkomen aan een ongeluk zitten soms lijkbleek aan hun keukentafels. De Jeukens waarschuwen hun kinderen al van jongs af aan. De Elsinga’s vrezen de sleur, zijn na al die jaren minder scherp op de trein. „Soms schiet er net een haas voor je langs, en dan ben je voor je het doorhebt over het spoor”, vertelt Philip Elsinga.[2]
1. heel erg bleek, vaak doordat iemand heel erg geschrokken is
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|