Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wasbleek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wasbleek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wasbleek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wasbleek is hier. De definitie van het woord
wasbleek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wasbleek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
wasbleek [1]
- heel erg wit; zo wit als was
- Zijn schoonvader zat op de grond met zijn rug tegen de zijkant van de schoorsteen, zijn benen voor zich uitgestrekt, zijn ogen gesloten in een wasbleek gezicht en zijn rechterhand verkrampt op zijn vest, op borsthoogte, alsof hij een orgaan had willen uitrukken of tegenhouden. Vlugzout! riep een stem, frisse lucht! riep een andere, de butler snelde toe en vroeg of de mensen zich wilden verwijderen. [2]
- Ze ligt languit bij het grote uitkijkpunt boven op Sir Lowry's Pass, haar hoofd naar het noorden, haar voeten naar het zuiden. Ze is helemaal bloot, haar lichaam wasbleek, de volle maan geeft haar huid een onnatuurlijke glans, als van een heilige. [3]
1. heel erg wit; zo wit als was
75 % |
van de Nederlanders;
|
64 % |
van de Vlamingen.[4]
|