manger

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord manger. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord manger, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je manger in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord manger is hier. De definitie van het woord manger zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmanger, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
manger mangers

manger

  1. kribbe


  • man·ger
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
manger
/mɑ̃ʒe/
mangeais
/mɑ̃ʒɛ/
mangé
/mɑ̃ʒe/
eerste groep volledig

manger

  1. (voeding), overgankelijk eten
    «Aujourd'hui, on va manger des crêpes.»
    Vandaag gaan we pannenkoeken eten.

se manger

  1. wederkerend (spreektaal) botsen tegen
    «J’me suis mangé un arbre avec mon vélo.»
    Ik ben met mijn fiets tegen een boom gereden. [1]