mannskap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mannskap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mannskap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mannskap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mannskap is hier. De definitie van het woord mannskap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmannskap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mann·skap
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Mannschaft
  • Samenstelling van mann met het achtervoegsel -skap
Naar frequentie 5000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mannskap     mannskapet     mannskap
mannskaper  
  mannskapa
mannskapene  
genitief   mannskaps     mannskapets     mannskaps
mannskapers  
  mannskapas
mannskapenes  

mannskap, o

  1. mankrachten, mv, personeel
  2. team
  3. hulpkrachten, mv
  4. (militair) mannschappen, mv (zonder officieren)
  5. (scheepvaart) bemanning, manschap (zonder officieren)


  • mann·skap
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord mannskapr
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Mannschaft
  • Samenstelling van mann met het achtervoegsel -skap
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mannskap     mannskapet     mannskap     mannskapa  

mannskap, o

  1. mankracht, personeel
  2. team
  3. hulpkrachten, mv
  4. (militair) mannschappen, mv
  5. (scheepvaart) bemanning, manschap (zonder officieren)
  • ha for lite mannskap
te weinig personeel hebben
  • mannskap og befal
bemanning en officieren
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mannskap     mannskapen     mannskapar     mannskapane  

mannskap, m

  1. durf, moed, sterkte