misleider

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord misleider. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord misleider, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je misleider in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord misleider is hier. De definitie van het woord misleider zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmisleider, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mis·lei·der
enkelvoud meervoud
naamwoord misleider misleiders
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de misleiderm

  1. (persoon) iemand die een ander onjuiste informatie geeft om de houding of het gedrag van die ander te veranderen
     Het profetenvak staat in een kwade reuk. Iemand die meer onheil voorspelt, wordt op het ogenblik dat hij dit doet, uitgemaakt voor mopperaar, somberaar, doemdenker. Intussen worden, als het goed is, wel de voorzorgsmaatregelen genomen, om datgene wat hij voorspeld heeft, te vermijden. (…) Als de werkelijke toekomst is aangebroken, hoort hij dat hij „de plank volledig heeft misgeslagen”. Mutatis mutandis hoort hij hetzelfde als hij verzekert dat het allemaal wel los zal lopen en iedereen rustig kan gaan slapen. Dat wil iedereen graag geloven, en handelt daarnaar. Dan barst de bom, en deze voorspeller gaat de geschiedenis in als een historische misleider.[2]
  • bedrieger, oplichter (deze woorden geven aan dat het ook de bedoeling was om te misleiden)

misleider

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van misleid
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 juni 2023 Weblink bron
    S. Montag
    “Waar zijn de voorspellers?” (4 januari 2003) op nrc.nl op Wikipedia