Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
niks. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
niks, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
niks in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
niks is hier. De definitie van het woord
niks zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
niks, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
niks
- geen enkel ding
- ▸ Er zat niks anders op dan in mijn drinkfles te plassen.[2]
Iets wat nergens op lijkt, iets waardeloos
niks
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niksen
- gebiedende wijs van niksen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niksen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Afkomstig van het Duitse woord nichts.
niks
- geen enkel
niks
- niets, noppes
- «Eg leita i bilen etter ein attgløymt sjokolade eller noko, men niks.»
- Ik keek in de auto na een achtergelaten chocolade of iets, maar noppes.
niks
- nee
- Afkomstig van het Duitse woord nichts.
niks
- geen enkel
niks
- niets, noppes
niks
- nee