omnibus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omnibus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omnibus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omnibus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omnibus is hier. De definitie van het woord omnibus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomnibus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • om·ni·bus
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘openbaar vervoermiddel’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • Van Latijns omnibus, zie omni- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord omnibus omnibussen
verkleinwoord - -

de omnibusv / m [3]

  1. (letterkunde) verzameling verhalen, romans in één band
    • De verhalen zijn gebundeld in een omnibus. 
  2. (geschiedenis), (transport) vroeger voor het openbaar vervoer gebruikt rijtuig, getrokken door paarden
     Een paardentram, wel op rails, loopt lichter en kan dus met minder paarden toe dan een omnibus.[4]
  3. (spoorwegen) stoptrein
95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]


omnibus m onbezield

  1. (verkeer) omnibus