Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
onbeheerst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
onbeheerst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
onbeheerst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
onbeheerst is hier. De definitie van het woord
onbeheerst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
onbeheerst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
onbeheerst
- zichzelf niet onder controle houdend, met te veel emotie
- Trump is een van de weinige bekende buitenlanders die de Brexit hebben gesteund, maar nu flirt hij met de Franse president Emmanuel Macron in plaats van met premier May. Je hoort hem niet meer over de Brexit. Dat belet niet dat hij over andere onderwerpen nonsens blijft uitslaan. De man die we tijdens de campagne zagen, was een narcistische vrouwenhater, een onbeheerste, wispelturige bullebak. Na zijn verkiezing is hij geen haar veranderd. [1]
- Tragisch wat er met Zwagerman is gebeurd. "Och man, wat erg. Hij is de eerste dode om wie ik gehuild heb. Ik vond het zo'n geweldige kerel. Mede als gevolg van zijn dood heb ik nu een zelfmoord-ode in mijn nieuwe programma. Ik twijfel er nog steeds over. Misschien is het te emotioneel, te onbeheerst, maar ik beschrijf een zelfmoord van binnenuit. Ik ben een ervaringsdeskundige, zal ik maar zeggen. Nee, ik wil er verder niet over uitweiden. In de voorstelling past het, in de krant komen details te hard over." [2]
- Liefhebbers van stijlbloempjes treffen er bovendien deze omschrijving van Koekiemonster aan: ‘Deze impulsieve blauwe figuur met zijn grote ogen heeft een onbeheerste, assertieve en extraverte persoonlijkheid.’ Waarvan akte.[3]
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest onbeheerst(e)" worden gebruikt. [4] [5]
- uitzinning, driftig, wild, bandeloos, vurig, teugelloos, onbeschaafd, zinneloos, furieus, tomeloos, ongecontroleerd, hevig, heetgebakerd, wispelturig
1. zich zelf niet onder controle houdend
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[6]
|