ooievaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ooievaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ooievaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ooievaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ooievaar is hier. De definitie van het woord ooievaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanooievaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Ooievaars

Uitspraak

Geluid: ooievaar (hulp, bestand)
IPA: / ˈojəˌvar / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

ooi·e·vaar

Woordherkomst en -opbouw

van Middelnederlands odevare, in de betekenis van ‘reigerachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 ^[1] ^[2] ^[3]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ooievaar	ooievaars ooievaren
verkleinwoord	ooievaartje	ooievaartjes

Zelfstandig naamwoord

de ooievaar m

(ooievaarachtigen) bepaald soort grote witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten, Ciconia ciconia

Synoniemen

uiver, langbeen, eiber, stork

Hyperoniemen

ooievaars, ooievaarachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

Abdims ooievaar, Afrikaanse bisschopsooievaar, Aziatische bisschopsooievaar, kaalkopooievaar, schoenbekooievaar, sundaooievaar, zadelbekooievaar, zwarte ooievaar, zwarthalsooievaar, zwartsnavelooievaar

Hyponiemen

bisschopsooievaar, bloedooievaar, kopooievaar, kropooievaar, reuzenooievaar, soenda-ooievaar, zadelooievaar

Afgeleide begrippen

ooievaarsbeen, ooievaarsbeet, ooievaarsbek, ooievaarsbloem, ooievaarsbos, ooievaarsdorp, ooievaarshals, ooievaarslocatie, ooievaarsnest, ooievaarsprik

Hyponiemen (in taxonomische zin)

Indien ooievaar wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep ooievaars zie dan Hyponiemen ooievaars

Vertalingen

1. bepaald soort grote witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten, Ciconia ciconia

Afrikaans: witooievaar ^(af)
Albanees: lejleku ^(sq)
Arabisch: لقلق أبيض ^(ar)
Armeens: Սպիտակ արագիլ ^(hy)
Asturisch: cigüeña blanca ^(ast)
Avaars: хъахӀаб лакълакъ ^(av)
Azeri: ağ leylək ^(az)
Baskisch: amiamoko ^(eu)
Beiers: stoach ^(bar)
Bengaals: ধলা মানিকজোড় ^(bn)
Birmees: ထုံးစပ်ဖြူငှက် ^(my)
Bretons: c'hwibon ^(br)
Bulgaars: щъркел ^(bg)
Catalaans: cigonya ^(ca)
Chinees: 白鹳 ^(zh)
Deens: stork ^(da)
Duits: Storch ^(de) m
Engels: stork ^(en)
Esperanto: cikonio ^(eo)
Estisch: toonekurg ^(et)
Faeröers: storkur ^(fo)
Fins: kattohaikara ^(fi)
Frans: cigogne ^(fr) v
Fries: earrebarre ^(fy)
Friulisch: cicogne
Galicisch: cegoña ^(gl)
Grieks: πελαργός ^(el) (pelargos)
Gujarati: સફેદ ઢોંક ^(gu)
Hausa: galantoyi ^(ha)
Hebreeuws: חסידה לבנה ^(he)
Hongaars: gólya ^(hu)
Iers: storc ^(ga)
IJslands: storkur ^(is)
Italiaans: cicogna ^(it) v
Japans: シュバシコウ ^(ja)
Kabardijns: псыхэуэщӀыбыпцӀэ
Kannada: ಕೊಕ್ಕರೆ ^(kn), ಬೆಳ್ಳಕ್ಕಿ ^(kn), ಬಕಪಕ್ಷಿ ^(kn)
Kasjoebisch: biôłi bòcón ^(csb)
Kazachs: ақ дегелек ^(kk)
Kirgizisch: аккунас ^(ky)
Koerdisch: leglega spî ^(ku)
Koreaans: 홍부리황새 ^(ko)
Kroatisch: bijela roda ^(hr), roda ^(hr)
Ladino: zicogna
Lak: хӀажилаглаг

Latijn: ciconia ^(la)
Lets: stārķis ^(lv)
Limburgs: witten oejevaar ^(li)
Litouws: gandras ^(lt)
Luxemburgs: Wäisse Stuerk ^(lb)
Macedonisch: штрк ^(mk) (štrk)
Malayalam: വെൺബകം ^(ml)
Maltees: ċikonja ^(mt)
Marathi: श्वेतबलाक ^(mr)
Nedersorbisch: běły bóśon ^(dsb)
Nepali: सेतो गरुड ^(ne)
Noord-Fries: aarebaare
Noors: stork ^(no) m
Nynorsk: stork ⁽ⁿⁿ⁾ m
Occitaans: cigonha ^(oc)
Oekraïens: лелека ^(uk) (leleka), чорногуз ^(uk) (čornohuz), бусел ^(uk) (busel)
Oppersorbisch: baćon ^(hsb)
Oudgrieks: πελαργός m (pelargos)
Perzisch: لک‌لک سفید ^(fa)
Picardisch: chicon·nhe ^(pcd)
Piëmontees: sicògna
Pools: bocian ^(pl)
Portugees: cegonha ^(pt)
Roemeens: barza-albă ^(ro)
Roetheens: бузёк ^(rue)
Romani: kokosturko m
Reto-Romaans: cicogna ^(roh)
Russisch: аист ^(ru) (aist)
Sardisch: cicògna ^(sc), cicónnia ^(sc), tziconna ^(sc)
Schots-Gaelisch: corra-bhàn ^(gd) v
Servisch: рода ^(sr) (roda)
Servo-Kroatisch: bijela roda ^(sh)
Sindhi: shuramurove ^(sn)
Sloveens: štorklja ^(sl) v
Slowaaks: bocian ^(sk)
Spaans: cigüeña ^(es) v
Tagalog: puting tagak ^(tl)
Tamil: செங்கால் நாரை ^(ta)
Tsjechisch: čáp ^(cs)
Turks: leylek ^(tr)
Vietnamees: hạc trắng ^(vi)
Welsh: ciconia ^(cy)
Wepsisch: pukur'g ^(vep)
Wit-Russisch: бусел ^(be) (busjel)
Xhosa: ingwamza, unowamba
Zweeds: stork ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord ooievaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ooievaar" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.^[4]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot