oud-aanvoerder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oud-aanvoerder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oud-aanvoerder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oud-aanvoerder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oud-aanvoerder is hier. De definitie van het woord oud-aanvoerder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoud-aanvoerder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • oud-aan·voer·der
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-aanvoerder oud-aanvoerders
verkleinwoord

de oud-aanvoerderm

  1. voormalig leider of bevelvoerder
     ‘Jij snapt ook niets,’ zei ik, ‘zo’n spandoek, dat is een uiterst ironische verwijzing naar het spandoek dat de supporters van Standard Luik voor hun oud-aanvoerder Steven Defour maakten toen hij vanmiddag met zijn nieuwe club Anderlecht bij hen op bezoek kwam. Zo begroeten sportjongens elkaar.’[1]
     De oud-aanvoerder van het Nederlands elftal werkte de afgelopen maanden voor de The City Group, waar clubs als Manchester City, New York City FC en Melbourne City FC onder vallen. Guangzhou R&F hoort niet bij dat concern.[2]
  1. Bronlink Weblink bron “Een teleurstellende Klassieker” (26/01/2015), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron “Van Bronckhorst aan de slag bij satellietclub van Ajax in China” (3 januari 2020), Het Parool