output

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord output. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord output, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je output in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord output is hier. De definitie van het woord output zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoutput, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • out·put
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitvoer’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord output outputs
verkleinwoord - -

de outputm

  1. (informatica)  uitvoer zn 
  2. (techniek) energie of signaal dat ergens uitkomt
95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]


  • Afgeleid van het werkwoord  put ww  met het voorvoegsel out-
vervoeging
onbepaalde wijs to  output 
he/she/it  outputs 
verleden tijd  output 
 outputted 
voltooid
deelwoord
 output 
 outputted 
onvoltooid
deelwoord
 outputting 
gebiedende wijs  output 

output

  1. overgankelijk als resultaat hebben, opleveren
  2. overgankelijk voortbrengen
  3. overgankelijk, (informatica) als  uitvoer zn  hebben
enkelvoud meervoud
output outputs

output

  1. opbrengst
  2. (informatica) output,  uitvoer zn 
  3. (elektrotechniek) uitgang




  • Leenwoord uit het Engels

output m

  1. (informatica) output; uitvoer
  2. (techniek) output; energie of signaal dat ergens uitkomt
  1. výstup m
  2. výstup m
  1. vstup m, input m
  2. vstup m, input m


  • out·put
  • Leenwoord uit het Engels

output monbezield

  1. (informatica) output; uitvoer
  2. (techniek) output; energie of signaal dat ergens uitkomt
  1. výstup monbezield
  2. výstup monbezield
  1. vstup monbezield, input monbezield
  2. vstup monbezield, input monbezield