uitvoer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitvoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitvoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitvoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitvoer is hier. De definitie van het woord uitvoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitvoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·voer
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvoer uitvoeren
verkleinwoord - -

de uitvoerm

  1. (economie) de verkoop van goederen aan het buitenland
    • De uitvoer van Duitse goederen was door de lage euro flink gestegen. 
  2. het verwerkelijken van iets
    • Daarmee was het overbodig geworden het plan ten uitvoer te brengen. 
  3. (informatica) naar buiten gebrachte informatie vanuit een applicatie
    • De uitvoer is in drie exportformaten (PDF, Excel en ASCII) beschikbaar. 
  4. (techniek) een leiding die een vloeistof of gas naar buiten leidt
    • De uitvoer van het afwaswater zat verstopt, wat tot een kleine overstroming leidde. 
  • het vonnis ten uitvoer leggen
vervoeging van
uitvoeren

uitvoer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoeren
    • ... dat ik uitvoer. 
vervoeging van
uitvaren

uitvoer

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvaren
    • ... dat ik uitvoer. 
    • ... dat jij uitvoer. 
    • ... dat hij, zij, het uitvoer. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be