invoer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord invoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord invoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je invoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord invoer is hier. De definitie van het woord invoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninvoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·voer
enkelvoud meervoud
naamwoord invoer invoeren
verkleinwoord - -

de invoerm

  1. toevoeging van buiten aan een proces
  2. (economie) goederen uit het buitenland het land inbrengen om (soms: na bewerking) te verkopen
  3. (economie) hoeveelheid ingevoerde goederen (vanuit het buitenland)
  4. (techniek) toevoer van energie of informatie aan een systeem
vervoeging van
invaren

invoer

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invaren
    • ... dat ik invoer. 
    • ... dat jij invoer. 
    • ... dat hij, zij, het invoer. 
vervoeging van
invoeren

invoer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invoeren
    • ... dat ik invoer. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]