aanvoer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanvoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanvoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanvoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanvoer is hier. De definitie van het woord aanvoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanvoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvoer aanvoeren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvoerm

  1. het aanbrengen met een leiding of voertuig
  2. het aangevoerde

aanvoer-

  1. voor aanvoer dienend
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aanvaren

aanvoer

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvaren
    • ... dat ik aanvoer. 
    • ... dat jij aanvoer. 
    • ... dat hij, zij, het aanvoer. 

Werkwoord

vervoeging van
aanvoeren

aanvoer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoeren
    • ... dat ik aanvoer. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Verwijzingen