Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
overgaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
overgaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
overgaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
overgaan is hier. De definitie van het woord
overgaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
overgaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
overgaan
- ergatief van de ene toestand in de andere veranderen
- Langzaam gaat het water over in ijs.
- ergatief iets anders gaan gebruiken
- ▸ Hij zag het probleem niet zozeer en maakte aanstalten om verder te lopen, waardoor ik overging op een andere strategie.[1]
- ergatief veranderen in
- De onderkant van de stengel gaat over in de wortel.
- ergatief van eigenaar veranderen
- De boerderij ging over op zijn zoon toen hij overleed.
- ▸ `Heeft het hotel een nieuwe eigenaar?' vroeg ik.
`Onlangs is Grand Hotel Europa overgegaan in Chinese handen,' zei hij. 'De nieuwe eigenaar heet meneer Wang. Het gaat om een recente ontwikkeling die we op dit moment onmogelijk kunnen beoordelen.[2]
- ergatief op school naar een hogere klas gaan
- ergatief minder worden en uiteindelijk weggaan
- De pijn zal vanzelf overgaan, er zijn geen pillen nodig.
- ergatief eroverheen gaan
- We wilden net de zebra overgaan toen er een ambulance aankwam.
- ▸ In het normale leven denk ik zelden aan de dood, maar hier stond ik elke dag voor beslissingen die weleens fataal af konden lopen, zoals het wel of niet oversteken van een woeste rivier of een hoge pas overgaan tijdens noodweer.[1]
- ergatief een belsignaal laten klinken
- De telefoon ging over, maar niemand nam hem op.
1. van de ene toestand in de andere veranderen
2. iets anders gaan gebruiken
4. van eigenaar veranderen
5. op school naar een hogere klas gaan
6. minder worden en uiteindelijk weggaan
8. een belsignaal laten klinken
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[3]
|