Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pacht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pacht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pacht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pacht is hier. De definitie van het woord
pacht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pacht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘huur’ voor het eerst aangetroffen in 1249
de pacht v / m
- geld betaald voor het vruchtgebruik van grond waar men niet de eigenaar van is
- Ze konden de pacht niet betalen.
- bankenpacht, deelpacht, erfpacht, garfpacht, geldpacht, graanpacht, groenpacht, grondpacht, kerstpacht, landpacht, onderpacht, zaadpacht
pacht
- enkelvoud tegenwoordige tijd van pachten
- gebiedende wijs van pachten
98 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.
|