lease

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lease. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lease, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lease in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lease is hier. De definitie van het woord lease zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlease, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • lease
enkelvoud meervoud
naamwoord lease leases
verkleinwoord - -

de leasev / m

  1. (financieel) (economie) het leasen
vervoeging van
leasen

lease

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
    • Ik lease. 
  2. gebiedende wijs van leasen
    • Lease! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
    • Lease je? 
  4. aanvoegende wijs van leasen
96 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
lease leases

lease

  1. (juridisch) huur
  2. (juridisch) verhuur
  3. (juridisch) pacht
  4. (juridisch) huurcontract, huurovereenkomst
vervoeging
onbepaalde wijs to  lease 
he/she/it  leases 
verleden tijd  leased 
voltooid
deelwoord
 leased 
onvoltooid
deelwoord
 leasing 
gebiedende wijs  lease 

lease

  1. overgankelijk, (juridisch) huren
  2. overgankelijk, (juridisch) verhuren
  3. overgankelijk, (juridisch) pachten
  4. overgankelijk, (juridisch) leasen
  1. lease, Online Etymology Dictionary