pensionhouder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pensionhouder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pensionhouder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pensionhouder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pensionhouder is hier. De definitie van het woord pensionhouder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpensionhouder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pen·si·on·hou·der
enkelvoud meervoud
naamwoord pensionhouder pensionhouders
verkleinwoord

de pensionhouderm

  1. (beroep) iemand die kamers verhuurt met kost en inwoning
     Zijn toekomst als pensionhouder is onzeker nu de lokale oligarch Aleksej Sjevtsov de oude huizen in het stadje opkoopt en restaureert tot een luxe hotelcomplex.[2]
     De Joodse Tuschinski werd in Polen geboren en kwam in 1904 naar Rotterdam, 18 jaar oud. Hij werkte eerst als kleermaker en pensionhouder voor landgenoten en begon in 1911 zijn eerste bioscoop onder de naam Thalia. Daar kwamen nog vier Rotterdamse bioscopen bij, waarvan het Grand Theâtre aan het Pompenburg de meest luxueuze was. Dat werd in 1923 geopend.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 april 2022 Weblink bron “Tuschinski krijgt straat in Rotterdam” (14-09-2017), NOS