Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
piepeltje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
piepeltje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
piepeltje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
piepeltje is hier. De definitie van het woord
piepeltje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
piepeltje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- afgeleid van piepel met het achtervoegsel -tje
- in de betekenis van “sufferd”, reeds aangetroffen in 1942, voor een vindplaats zie hieronder
- in de betekenis “dikdoener” in zwang geraakt dankzij Kees van Kooten en Wim de Bie (quasi-opgevat als een leenwoord uit Engels people), voor een vindplaats zie hieronder
- mogelijk van "piepel" in de betekenis "jonge eend"
het piepeltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord piepel
- (figuurlijk) sufferd
- ▸ ⧖ Zevenmaal raadde hij, zevenmaal was het mis, zevenmaal dokte hij een tientje, waarmee zo ongeveer al zijn geld verdwenen was. Toen zei een van de omstanders tot den kermis-exploitant: „Een mooi piepeltje (sufferd) heb je aan hem” doelend op den arbeider, die daarop kwaad werd en dat hij beetgenomen was[1]
- (figuurlijk) kleine dikdoener
- ▸ Dat doe ik voor de zekerheid, want het kan natuurlijk ook wezen dat er iemand met z'n vinger uit de schijf is geschoten of op het knopje drukte toen ik al overging, zodat hij mijn toestel per ongeluk tweemaal heeft laten rinkelen. Dus dat dan mijn vrouw altijd nog kan zeggen dat ik in het buitenland zit, als het piepeltje dat er belt niet helemaal to the point is.[2]
- (figuurlijk) verstoppertje
- ▸ Het piepeltje doen. (Verstoppertje of schuilevinkje).
Dit spelletje geschiedde onder vier of acht kameraadjes: jongens en meisjes.[3]