pleister

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pleister. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pleister, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pleister in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pleister is hier. De definitie van het woord pleister zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpleister, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleis·ter
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord pleister
verkleinwoord
2 enkelvoud meervoud
naamwoord pleister pleisters
verkleinwoord pleistertje pleistertjes

Zelfstandig naamwoord

pleister

  1. (bouwkunde) o kalkmengsel om te gieten of muren mee te besmeren
  2. (medisch) v/m dun velletje zelfklevend verband dat op de huid geplakt wordt, ter bescherming bij een kleine wond of blaar of om iets tijdelijk aan het lichaam vast te maken
    • Als je je in je vinger gesneden hebt, kan je er beter een pleister op doen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
pleisteren

pleister

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
    • Ik pleister. 
  2. gebiedende wijs van pleisteren
    • Pleister! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleisteren
    • Pleister je? 
Anagrammen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen