polo

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord polo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord polo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je polo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord polo is hier. De definitie van het woord polo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpolo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Polo
  • po·lo
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘balspel’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1] [2]
1,2 enkelvoud meervoud
naamwoord polo -
verkleinwoord - -
3 enkelvoud meervoud
naamwoord polo polo's
verkleinwoord polootje polootjes

het poloo

  1. (sport) balsport, van Engelse oorsprong, gespeeld met houten hamers voor twee ploegen in principe te paard (paardenpolo)
  2. (sport) waterpolo
  3. (kleding) T-shirt met korte mouwen en een overhemdkraag, poloshirt, polotruitje
vervoeging van
poloën

polo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poloën
    • Ik polo. 
  2. gebiedende wijs van poloën
    • Polo! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poloën
    • Polo je? 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]


  • po·lo
enkelvoud meervoud
polo polos

polo m

  1. (wiskunde), (natuurkunde), (aardrijkskunde) pool