pottenlikker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pottenlikker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pottenlikker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pottenlikker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pottenlikker is hier. De definitie van het woord pottenlikker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpottenlikker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: potlikker


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·ten·lik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pottenlikker pottenlikkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de pottenlikkerm

  1. (persoon) iemand die restjes van iets lekker oplikt
     Anneke is gauw naar grootmoe gegaan met de pan en de lepel. Nu zit ze naast grootmoe in het gras; en het pannetje staat tussen haar benen. Zo lekker! Anneke’s kleine neus wordt er óók bruin van. Grootmoe lacht. Grootmoe zegt: „Lekker, hè, kleine pottenlikker! Vanmiddag eten we nog méér pudding; (…)
  2. (huishouden) keukengerei om restjes voedsel uit diepe potten en pannen te halen, bestaand uit een schraper van buigzaam materiaal aan een stevige steel
     Ik heb haar ook wel eens een tik gegeven met een pottenlikker. Zo'n plastic ding aan een lange steel.
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 juli 2023 Weblink bron
    Hulst, W.G. van de
    “Het grote voorleesboek” (1947), Zomer & Keuning, Wageningen, p. 295
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 juli 2023 Weblink bron
    Sander Rooijakkers
    We wisten dat ze ons zouden pakken in: Provinciale Zeeuwse Courant op Wikipedia, jrg. 245 nr. 170 (20 juli 2002), p. 4 kol. 6