pouvoir

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pouvoir. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pouvoir, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pouvoir in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pouvoir is hier. De definitie van het woord pouvoir zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpouvoir, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Ontwikkeld uit Oudfrans poeir, zn podir, uit Volkslatijn potere “in staat, bij machte zijn”, aangetroffen sinds de 9e eeuw, als zn, sinds de 13e eeuw. [1]
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pouvoir
/puvwaʁ/
pouvais
/puvɛ/
pu
/py/
derde groep volledig

pouvoir

  1. modaal werkwoord kunnen
  2. overgankelijk in staat zijn, de bevoegdheid hebben
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pouvoir     le pouvoir     pouvoirs     les pouvoirs  

pouvoir m

  1. het kunnen, kracht
  2. macht
  3. (juridisch) bevoegdheid, vermogen om iets doen
  1. Bronlink Weblink bron pouvoir in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr