Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
preek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
preek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
preek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
preek is hier. De definitie van het woord
preek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
preek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de preek v / m
- een stichtelijk betoog door een geestelijke in een kerkdienst
- Alles draait in dienst in Baptistenkerk om het thema dankbaarheid. Of het nu het gebed, de preek, een klein toneelspel of de tekst van psalmen, gezangen en liederen, is, alles daat erom dat mensen in het leven dankbaar moeten zijn. [3]
- overdrachtelijk: een vermanende toespraak
- Mijn moeder wil niet dat ik met hem omga en dus kreeg ik weer een hele preek.
preek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preken
- gebiedende wijs van preken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preken
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|