pry

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pry. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pry, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pry in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pry is hier. De definitie van het woord pry zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpry, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pry
  • Afkomstig van het Middelengelse woord prien.
  • Afkomstig van het woord prize.
vervoeging
onbepaalde wijs to  pry 
he/she/it  pries 
verleden tijd  pried 
voltooid
deelwoord
 pried 
onvoltooid
deelwoord
 ] 
gebiedende wijs  pry 

pry

  1. onovergankelijk snuffelen, neuzen, nieuwsgierig zijn
  2. overgankelijk met een breekijzer openen
  3. overgankelijk lospeuteren

I don't mean to pry, but ...

  • Er is niets voor mij, maar ...

pry about

  1. onovergankelijk spioneren, rondsnuffelen

pry around

  1. onovergankelijk rondneuzen, rondsnuffelen

pry into

  1. onovergankelijk (figuurlijk) indringen
    «As a reporter, I was paid to pry into other people's lives.»
    Als een verslaggever, werd ik betaald in het leven van andere mensen in te dringen.

to pry into somebodies affairs

  • Te wrikken in iemands zaken.

pry open

  1. VS: overgankelijk openbreken

pry out

  1. onovergankelijk (figuurlijk) ontlokken

to pry a secret out of somebody

  • Iemand een geheim ontlokken.
enkelvoud meervoud
pry pries

pry

  1. snuffelaar
  2. hefboom, breekijzer