Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
peer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
peer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
peer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
peer is hier. De definitie van het woord
peer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
peer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de peer v / m
- (fruit) vrucht van de perenboom, Pyrus communis
- (bloemplanten) een plantengeslacht Pyrus uit de rozenfamilie (Rosaceae ) dat de voornoemde vruchten produceert (vooral Pyrus communis ) en vooral voorkomt op het noordelijk halfrond
- (figuurlijk) gloeilamp in de vorm van een glazen bol met een uiteinde dat overgaat in een metalen fitting
- beurré hardy, Bonne Louise d'Avranches, Clapp's favourite, conference, chinapeer, doyenné du comice, dubbel flip, Gieser wildeman, nashipeer, Queen's forelle, suikerpeer, wilde peer, winterjan
- advocaatpeer, agaatpeer, alsempeer, alligatorpeer, appelpeer, avocadopeer, balsempeer, bergamotpeer, bessemerpeer, bloedpeer, bospeer, boterpeer, citroenpeer, christuspeer, dennenpeer, diamantpeer, dievenpeer, dirkjespeer, druippeer, eetpeer, gaspeer, glanspeer, gloeipeer, godenpeer, goudpeer, grampeer, handpeer, herenpeer, herfstpeer, juttepeer, kalebaspeer, kaneelpeer, klaasjespeer, koekepeer, koningspeer, kookpeer, kraaipeer, kraakpeer, kriekpeer, kruidenierspeer, kruidpeer, ledpeer, leipeer, lichtpeer, maagdenpeer, maatjespeer, mannapeer, meelpeer, meloenpeer, mispeer, monsterpeer, muilpeer, muskaatpeer, muskadelpeer, muskuspeer, oogstpeer, oranjepeer, parelpeer, peer-to-peer, pondspeer, pronkpeer, rietpeer, saffraanpeer, schijfpeer, schoopeer, sierpeer, slapeer, smeltpeer, smoutpeer, steenpeer, stoofpeer, tafelpeer, vijgenpeer, waspeer, waterpeer, wijnpeer, wilgpeer, winterpeer, zandpeer, zeikpeer, zomerpeer
- bleek peermos
- minuscule perenmineermot, peer-to-peer, peer-to-peergebruiker, peer-to-peernetwerk, peer-to-peerprogramma, peer-to-peertechnologie, peer-to-peerverkeer, peerassessment, peerballon, peerconfiture, peerconfituur, peerdrop, peerdrops, peerfie, peerfiguur, peergelei, peergroep, peergroup, peerknoop, peerkop, peerkraal, peerleader, peerlijsterbes, peermoes, peermos, peerparel, peerpasta, peerprofiel, peerrenet, peerreview, peersmaak, peersneeuwbal, peerspier, peervorm, peervormig, peervrucht, peerzebramot, perelaar, perenazijn, perenblad, perenbloesem, perenboom, perenboomgaard, perenbrandewijn, perencider, perencompote, perendikkop, perendrup, perenessence, perengalmug, perengebakje, perengelei, perenhout, perenhouten, perenijs, perenjaar, perenjam, perenketel, perenknop, perenlikeur, perenmineermot, perenmoes, perenmost, perenoogst, perenpluk, perenplukker, perenpok, perenringworm, perenrood, perensap, perenschil, perensiroop, perensmaak, perenspinsel, perensteel, perenstroop, perentaart, perentak, perentijd, perenvouwmot, perenvuur, perenwijn, perenzaagwesp, perenzuur, perepit
- Appels met peren vergelijken
twee totaal verschillende dingen vergelijken alsof ze eender zijn, waardoor de vergelijking onzinnig is
- Met de gebakken peren (blijven) zitten
voor de moeilijkheden opdraaien
peer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peren
- gebiedende wijs van peren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peren
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- peer op Wikidata
- peer op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
peer
- evenknie, gelijke
- (maatschappij) edelman
peer
- onovergankelijk staren, turen
- overgankelijk evenaren
peer
- leeglopen
- «Bal bi peer na.»
- De ballon liep leeg.
peer
- stam (van een boom)
- paar