repel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord repel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord repel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je repel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord repel is hier. De definitie van het woord repel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrepel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • re·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord repel repels
verkleinwoord repeltje repeltjes

 de repelm

  1. getand werktuig om vlas of hennep van zaadbollen van het te ontdoen
vervoeging van
repelen

repel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repelen
    • Ik repel. 
  2. gebiedende wijs van repelen
    • Repel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repelen
    • Repel je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord repel repels
verkleinwoord repeltje repeltjes

 de repelm

  1. lange, smalle strook van buigzaam materiaal
  2. lange, smalle strook grond
55 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[6]