Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
richting. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
richting, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
richting in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
richting is hier. De definitie van het woord
richting zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
richting, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘het richten, kant waarheen iem. gaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1786
- Naamwoord van handeling van richten met het achtervoegsel -ing
richting
- de kant op van, in de richting van
- Hij ging richting het toilet.
- ▸ Doordat de sneeuw het pad bedekte, was het niet altijd duidelijk welke richting we op moesten.
de richting v
- de juiste kant
- De richting was niet duidelijk aangegeven.
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|
- IPA: /ˈrɪxtɪŋ(g)/ (Etsbergs)
richting v
- richting
|
enkelvoud
|
meervoud
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
nominatief
|
richting |
- |
richtingske |
- |
richtinger |
- |
richtingskes |
-
|
genitief
|
richting |
- |
richtingskes |
- |
richtinger |
- |
richtingskes |
-
|
locatief
|
richtinges |
- |
richtingeske |
- |
richtingese |
- |
richtingeskes |
-
|
datief
|
richting |
- |
richtingske |
- |
richtinger |
- |
richtingskes |
-
|
accusatief
|
richting |
- |
richtingske |
- |
richtinger |
- |
richtingskes |
-
|