schraal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord schraal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord schraal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je schraal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord schraal is hier. De definitie van het woord schraal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanschraal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • schraal
  • In de betekenis van ‘mager’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1] [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schraal schraler schraalst
verbogen schrale schralere schraalste
partitief schraals schralers -

schraal

  1. armzalig, minimaal
    • Door de droogte was er maar een schrale oogst. 
    • Ik rol een afgebrande lucifer tussen duim en wijsvinger en prik bijwijlen met de geblakerde spits in mijn vlees, een schraal substituut voor het roken. Alles voelt trouwens schraal. [3] 
  2. onaangenaam uitdrogend
    • Hij zocht beschutting van de schrale wind. 
  3. uitgedroogd, geïrriteerd
    • Zij smeerde wat balsem op de schrale plekken op haar handen. 
vervoeging van
schralen

schraal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schralen
    • Ik schraal. 
  2. gebiedende wijs van schralen
    • Schraal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schralen
    • Schraal je? 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]