skibroek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord skibroek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord skibroek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je skibroek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord skibroek is hier. De definitie van het woord skibroek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanskibroek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ski·broek
enkelvoud meervoud
naamwoord skibroek skibroeken
verkleinwoord skibroekje skibroekjes

de skibroekv / m [1]

  1. (sport) (kleding) broek die geschikt is om bij het skiën aan te trekken
     Ze waren gekleed voor een uitstapje in tot de knieën reikende skibroeken, geitenwollen sokken, goed ingevette skischoenen en prachtige Noorse truien met een nawinternachtpatroon op de schouders.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be