skilopen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord skilopen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord skilopen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je skilopen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord skilopen is hier. De definitie van het woord skilopen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanskilopen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


skilopen
  • ski·lo·pen

skilopen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
skilopen
liep ski
skigelopen
klasse 7 volledig
  1. (sport) wintersport waarbij men zich met ski's en stokken voortbeweegt
    • De Noorse skibond heeft een opmerkelijke maatregel genomen om de aanhoudende berichten over doping bij onder anderen achtvoudig olympisch kampioen skilopen Björn Dählie te ontkrachten. [2] 
    • De 33-jarige Sachenbacher-Stehle bevestigde gisteren al haar positieve controle, maar kon die naar eigen zeggen totaal niet verklaren. De Duitse behaalde in haar carrière vijf olympische medailles in het skilopen. [3] 
  2. (sport) sport/spel waarbij men zich met stokken en ski's op wieltjes voortbeweegt
    • Op het plein voor het prachtige stadhuis doen prins Floris en prins Bernhard mee aan skilopen. Het gaat ze tot de laatste halve meter goed af, dan struikelen ze. [4] 


70 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[5]