slem

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord slem. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord slem, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je slem in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord slem is hier. De definitie van het woord slem zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanslem, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • slem
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘al de slagen (bij kaartspel)’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • van Engels slam "slag, mep" [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord slem slemmen
verkleinwoord slemmetje slemmetjes

slem m en o

  1. (kaartspel), (bridge) (telbaar) een bridgecontract voor alle slagen of alle slagen minus een
    • Hij was dol op gedubbelde slemmen. 
  2. (wegenbouw) (ontelbaar) een koud, dun mengsel van zand, bitumenemulsie en eventueel kleurstoffen dat als een laag bovenop asfalt wordt aangebracht, ter herstel en om het waterdicht te maken
    • De geluiddemping wordt verbeterd bij gebruik van slem.  [3]
vervoeging van
slemmen

slem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slemmen
    • Ik slem. 
  2. gebiedende wijs van slemmen
    • Slem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slemmen
    • Slem je? 
25 % van de Nederlanders;
24 % van de Vlamingen.[4]