sleutelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sleutelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sleutelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sleutelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sleutelen is hier. De definitie van het woord sleutelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansleutelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sleu·te·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sleutelen
/ˈsløtələ(n)/
sleutelde
/ˈsløtəldə/
gesleuteld
/ɣəˈsløtəlt/
zwak -d volledig

sleutelen

  1. inergatief met sleutels aan een auto, motor of ander machine werken, met name door de machine uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten
    • In zijn vrije tijd sleutelde hij graag aan zijn Harley. 
  2. inergatief (figuurlijk) iets trachten te verbeteren door regelmatig kleine wijzigingen aan te brengen
    • Gedurende de eerste dagen werd er nog veel gesleuteld aan de nieuwe organisatie. 
  3. inergatief aan partnerruil doen door de huissleutels uit te loten
    • Wanneer je sleutelt, beslist het lot over de samenstelling van de koppels. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be