sloot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sloot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sloot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sloot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sloot is hier. De definitie van het woord sloot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansloot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Sloot
  • sloot
  • In de betekenis van ‘gegraven water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 966 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sloot sloten
verkleinwoord slootje slootjes

de slootv / m

  1. smalle watergang om of tussen weilanden
    • De auto vloog over een sloot en kwam in een weiland tot stilstand. 
  2. (informeel) aanzienlijke hoeveelheid
    • Ik heb vandaag al een sloot water gedronken. 
  • Iemand van de wal in de sloot helpen.
    • Iemand door de hulp nog meer problemen bezorgen.
  • Van de wal in de sloot raken
van slechte omstandigheden in nog slechtere omstandigheden geraken
  • In geen zeven sloten tegelijk lopen
voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen
  • Oude koeien uit de sloot halen
Oude problemen die niet meer ter zake doen oprakelen
  • Iets met de hakken over de sloot halen
het net halen
vervoeging van
sluiten

sloot

  1. enkelvoud verleden tijd van sluiten
    • Ik sloot. 
    • Jij sloot. 
    • Hij, zij, het sloot. 
vervoeging van
sloten

sloot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sloten
  2. gebiedende wijs van sloten
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]