smile

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord smile. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord smile, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je smile in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord smile is hier. De definitie van het woord smile zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansmile, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
smile smiles

smile

  1. glimlach
vervoeging
onbepaalde wijs to  smile 
he/she/it  smiles 
verleden tijd  smiled 
voltooid
deelwoord
 smiled 
onvoltooid
deelwoord
 smiling 
gebiedende wijs  smile 

smile

  1. onovergankelijk glimlachen
  1. smile, Online Etymology Dicionary





  • smi·le
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
smile
smiler
smilte
smilt
Klasse 2 zwak

smile

  1. glimlachen
    «Han smilte fra øre til øre.»
    Hij glimlachte van oor tot oor.
  2. (figuurlijk) lichtend, vriendelijk
    «Bygda lå der og smilte i sommerdagen.»
    Het gebouw lag vriendelijk daar in de zomerse dag.
  • smile bredt
breed glimlachend
  • smile vennlig
vriendelijk glimlachen
  • smilende egg
het zachte ei


  • smi·le
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
smile
smiler
smilte
smilt
Klasse 2 zwak

smile

  1. glimlachen
    «Ho smilte til meg.»
    Ze glimlachte naar me.
  2. (figuurlijk) lichtend, vriendelijk
    «Bygda låg og smilte i sommardagen.»
    Het gebouw lag vriendelijk in de zomerse dag.
  • smile breitt
breed glimlachend