solde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord solde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord solde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je solde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord solde is hier. De definitie van het woord solde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansolde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: solden


  • sol·de
  • : van Frans solde v "soldij", (vooral gangbaar in België)
  • :  sol ww  met de uitgang -de
enkelvoud meervoud
naamwoord solde solden
verkleinwoord - -

 de soldev / m

  1. (militair) loon van soldaten
     De Legerdienst te Londen kondigt aan dat de solde der manschappen, die voor zes maanden aangeworven werden in het leger, 1 shilling 6 pence, hetzij ongeveer 10 fr. 30 per dag bedraagt.[1]
vervoeging van
sollen

solde

  1. enkelvoud verleden tijd van sollen
    • Ik solde. 
    • Jij solde. 
    • Hij, zij, het solde. 
38 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2020 Weblink bron 10 fr. 30 solde per dag, Dupont gebroeders, Poperinghe in: De Gazet van Poperinghe, jrg. 19 nr. 21 (21 mei 1939), p. 2 kol. 5
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vervoeging van
solder

solde

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van solder
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van solder
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van solder