sprek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sprek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sprek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sprek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sprek is hier. De definitie van het woord sprek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansprek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sprek

Afkomstig van het Oudnoorse woord sprækr.

sprek

  1. kras
    «De spreke deltakerne avslutter turen på 976 meter over havet, og nyter utsikten fra den mest besøkte fjelltoppen i Fusa.»
    De krasse deelnemers beëindigen de reis op 976 meter boven de zeespiegel en genieten van het uitzicht vanaf de meest bezochte bergtop in Fusa.
  2. sterk, vitaal
    «Vi er et team av spreke malere som har lang malererfaring.»
    Wij zijn een team van sterke schilders met een lange schilderervaring.
  3. fit, kwiek, sportief
    «Jeg var syk, men nå er jeg ganske sprek igjen.»
    Ik was ziek, maar nu ben ik mooi weer fit.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sprek sprekere sprekest
o enkelvoud sprekt
meervoud spreke
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
spreke sprekere sprekeste


  • sprek

Afkomstig van het Oudnoorse woord sprækr.

sprek

  1. kras
  2. sterk, vitaal
  3. fit, kwiek, sportief
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sprek sprekare sprekast
o enkelvoud sprekt
meervoud spreke
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
spreke sprekare sprekaste

sprek o

  1. een dorre tak.
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sprek     spreket     sprek     spreka  
genitief                
bijvorm enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               spreki  
genitief