kras

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kras. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kras, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kras in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kras is hier. De definitie van het woord kras zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankras, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kras
enkelvoud meervoud
naamwoord kras krassen
verkleinwoord krasje krasjes

de krasv / m

  1. langgerekte oppervlaktebeschadiging veroorzaakt door het bewegen van een scherpe punt over een voorwerp
    • Leg iets onder je schrijfwerk, anders krijg je krassen op tafel! 
vervoeging van
krassen

kras

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krassen
    • Ik kras. 
  2. gebiedende wijs van krassen
    • Kras! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krassen
    • Kras je? 
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘sterk, flink’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1781 [4]
  • > Indonesisch: keras - «sterk» [5]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kras krasser krast
verbogen krasse krassere kraste
partitief kras krassers -

kras

  1. nog sterk voor zijn jaren
    • Hij is een krasse ouwe baas. 
  2. opzienbarend, meest in een onaangename zin van dat woord
    • Dit is een krasse tegenstelling. 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]