stokvis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stokvis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stokvis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stokvis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stokvis is hier. De definitie van het woord stokvis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstokvis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stok·vis
enkelvoud meervoud
naamwoord stokvis stokvissen
verkleinwoord (stokvisje) (stokvisjes)

de stokvism

  1. (visserij) (voeding) gedroogde kabeljauw of kabeljauwachtige (orde Gadiformes op Wikispecies) vis, zoals heek, leng, lom, schelvis en koolvis
    • Heb je de stokvis al gebeukt? 
    • Advocaatje ging op reis, tiereliereliere...
      Stokvis kreeg hij bij 't ontbijt, tierelierelom...
      't Graatje schoot hem in zijn keel, tiereliereliere, etc
       
     Alleen al het inkopen doen voor de kerstmaaltijd. En het je herinneren hoe het zat met dadels en speculaas, het dopen van stukjes brood in hambouillon, varkenspootjes, stokvis met piment en witte saus op Zweedse wijze of spek in eigen vet, mosterd en doperwtenpuree op Noorse wijze, welke soorten noten verplicht waren — en op het laatste moment op kerstavond zelf notenkrakers aanschaffen —, rolham, haring en rijstebrij.[4]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]


enkelvoud meervoud
naamwoord stokvis stokvisse

stokvis

  1. (straalvinnigen) Merluccius capensis op Wikispecies Zuid-Afrikaanse heek